SPELLING WP14
Het avontuur van de dwergen
Op een zonnige zondag liepen zeven kleine dwergen door het bos. Ze gingen naar de rivier om te vissen. Felix keek naar de lucht en riep: "Kijk, een grote vlieg!" De anderen lachten. "Je kijkt altijd naar iets anders, Felix," zei Hugo.
Bij de rivier pakte Hugo de hengels. "Ik draag deze wel," zei hij. Felix gooide zijn hengel uit. "Misschien vang ik een haai!" riep hij. "Een haai? Dat kan toch nooit!" zei Ben. Plotseling begon Felix’ hengel te bewegen. "Oei!" riep hij. Hij trok de lijn omhoog, maar er zat alleen een oude schoen aan. "Wat een pech," zei Felix teleurgesteld.
Hugo had meer geluk. "Ik heb beet!" riep hij blij. Hij haalde een grote vis binnen. "Wat een mooie vangst! Kijk hoe de vis gloeit in de zon," zei Ben. "Die past niet eens in de kooien die we hebben meegenomen!"
Na een tijdje werd Felix ongeduldig. "Dit is een beetje saai," zei hij. "Laten we iets anders doen." Ze zagen verderop in het bos een boogschietwedstrijd. "Kijk, een boog!" riep Hugo. "Dat lijkt me leuk!"
Bij de wedstrijd probeerde Hugo te schieten. "Dit is moeilijk," zei de wedstrijdleider. Hugo draaide de boog goed en schoot. Zijn pijl vloog recht in de roos! "Wat een geweldige slag!" riep iedereen.
De dwergen gingen tevreden naar huis. "Wat een leuke dag!" zei Felix. "We hebben vissen gevangen, ik maakte jullie aan het lachen, en Hugo won de wedstrijd. Het was helemaal niet saai!"
Inhoudelijke vragen
- Waar gingen de dwergen vissen?
- Wat ving Felix met zijn hengel?
- Wie ving een grote vis?
- Wat deden de dwergen na het vissen?
- Wie schoot in de roos bij de wedstrijd?

FLITSEN WP14
SPELLINGSREGEL wp14
Mondelinge invuloefening
-
... draait
- Als je aan de sleutel ... gaat de deur open.
- De grote molen in het veld ... in de wind.
- De auto ... langzaam de bocht om.
-
vandaag
- We hebben ... geen school, want het is feest.
- ... schijnt de zon, dus we gaan naar buiten.
- Wat ga jij ... doen?
-
de haai
- Dit grote dier zwemt diep in de zee.
- Het heeft scherpe tanden en een grijze huid.
- Veel mensen zijn bang voor dit dier.
-
ik draag
- ... de zware tas naar huis.
- ... een warme jas als het koud is.
- ... de boeken naar de klas.
-
saai
- Deze film is niet spannend of grappig, maar ....
- Als er niets gebeurt, is het ....
- Tijdens de lange rit in de bus was het een beetje ....
-
ze gloeien
- De sterren in de lucht ... helder in de nacht.
- Na het sporten ... mijn wangen rood.
- De kolen in het kampvuur ... nog .
-
hij groeit
- Het kleine boompje ... langzaam hoger.
- De baby ... snel en wordt een peuter.
- De bloem ... als je hem water geeft.
-
zondag
- Deze dag komt na zaterdag.
- Veel mensen rusten uit op ....
- Op ... eet ik soms een lekker ontbijt met de familie.
-
oei
- Als ik bijna val, roep ik ....
- Als ik iets stoot, zeg ik ....
- Je roept dit als je schrikt.
-
omhoog
- De ballon vliegt naar boven, hij gaat ....
- De vogel vliegt de lucht in, hij gaat ....
- De raket schiet de lucht in, hij gaat ....
-
hij gooit
- Hij werpt de bal naar zijn vriend, hij ....
- Hij ... het papier in de prullenbak.
- Hij ... een steen in het water.
-
de slag
- Hij maakt een harde klap met zijn hand, dat is een ....
- De trommel maakt een hard geluid, dat is een ....
- Met een klap sloeg hij de bal, dat is een ....
-
de .kooien
- De vogels zitten in een ijzeren hok.
- In de dierentuin zitten dieren in grote hokken.
- De hamster slaapt in een klein huisje met tralies.
-
ik lach
- Als iets grappig is, doe ik dit.
- Mijn gezicht straalt als ik blij ben, dan ....
- Bij een mop kan ik niet stoppen met giechelen, ik ....
-
de vlieg
- Dit kleine beestje zoemt in de kamer.
- Het zit vaak op eten, en je wilt het wegjagen.
- Dit insect is snel en klein.
-
nooit
- Dit gebeurt niet, ook niet morgen.
- Ik wil dit echt niet doen, dus ik zeg ....
- Het tegenovergestelde van altijd is ....
-
de pech
- Als mijn fietsband lek is, heb ik ....
- Als het regent bij een picknick, is dat ....
- Als ik val en iets breek, heb ik ....
-
de boog
- Een regen... heeft een gebogen vorm.
- Dit wapen schiet pijlen in de lucht.
- De brug over de rivier heeft een gebogen vorm.
- de dwergen
- In sprookjes zijn het kleine mannetjes.
- Ze wonen vaak in een bos of een mijn.
- Ze helpen Sneeuwwitje in een bekend sprookje..
RUBRICEREN WP 14

WERKSCHRIFT TVTA SPELLING 3


Maak jouw eigen website met JouwWeb