SPELLING WP19


De bandieten van het pikdonker bos

Op een avond, toen het pikdonker was, stapten Emma en haar dochters Noa en Mila voorzichtig het bos in. Ze droegen stevige laarzen, want ze hadden gehoord dat de grond in het bos net zo hard kon zijn als steen. Terwijl ze wandelden, voelden ze de kriebels in hun buik. “Waarom moesten we dit deksel van het geheimzinnige kistje eigenlijk hier komen zoeken?” piekerde Emma. “Dit voelt niet goed.”

Noa, de oudste, keek haar moeder aan. “De meesters van het dorp zeggen dat het hier ergens begraven ligt, onder de aarde,” zei ze vastberaden. “En als we het vinden, dan kunnen we de bandieten stoppen.” De bandieten hadden al wekenlang chaos veroorzaakt, en het was nu aan Emma en haar dochters om de dorpelingen te helpen.

Ze liepen nog een tijdje door, maar hoe langer ze in het bos waren, hoe langer het leek te duren. “Misschien moeten we teruggaan,” zei Mila. “Het is echt te eng.”

Maar juist op dat moment struikelde Emma over een grote boomwortel. “Hier is iets,” fluisterde ze. Ze knielde neer en begon met haar handen de aarde weg te graven. Mila pakte een schep uit een van de koffers die ze mee hadden genomen. Samen groeven ze tot ze een klein kistje vonden. Het kistje zat vol zachte kussens, alsof het iets waardevols beschermde.

“Wat zit erin?” vroeg Noa, haar stem vol spanning. Emma opende voorzichtig het deksel en vond een glimmende gouden sleutel. “Dit moet de sleutel zijn die de meesters bedoelden,” zei ze. “Maar waarom voelt het alsof er iets niet klopt?”

Plotseling hoorden ze geritsel tussen de bomen. De bandieten! Ze waren gevolgd. Emma, Noa en Mila sprongen achter een grote zetel van mos om zich te verbergen. Een van de bandieten, een man met lange stekels op zijn jas, brulde: “Ze moeten hier ergens zijn! Zoek overal!”

Emma keek naar Noa en fluisterde: “We moeten sneller zijn dan zij. We hebben deze sleutel nodig om het dorp te redden. Denk je dat je kunt rennen?” Noa knikte vastberaden. Samen renden ze door het bos, hun laarzen sloegen op de harde aarde, terwijl de bandieten achter hen aankwamen.

Toen ze eindelijk uit het bos kwamen, stond daar een van de meesters op hen te wachten. Hij glimlachte. “Jullie hebben het gedaan! Dit is de sleutel tot de vrijheid van ons dorp. Jullie zijn onze helden.” Emma en haar dochters keken elkaar opgelucht aan. Ze hadden het gered – en het geheimzinnige avontuur bracht hen dichter bij elkaar dan ooit.

Inhoudelijke vragen bij het verhaal

Oefening 1: Meerkeuzevragen

  1. Waarom gingen Emma en haar dochters naar het bos?
    A. Om een verborgen schat te vinden
    B. Om de bandieten te stoppen
    C. Om een kistje met een sleutel te zoeken
    D. Alle bovenstaande antwoorden

  2. Wat zat er in het kistje onder de aarde?
    A. Een gouden sleutel
    B. Een schat met juwelen
    C. Een brief van de bandieten
    D. Een kaart van het bos

  3. Hoe kwamen Emma en haar dochters weg van de bandieten?
    A. Ze verstopten zich en liepen weg toen het veilig was
    B. Ze sprongen in een zetel van mos
    C. Ze renden sneller dan de bandieten
    D. Ze gaven de sleutel aan de meesters

Oefening 2: Open vragen

  1. Wat zouden de bandieten gedaan hebben als ze de sleutel hadden gevonden?


  2. Waarom vonden de dochters het spannend om in het pikdonker bos te wandelen?


  3. Wat zou jij doen als je een geheim kistje moest vinden?


 

 


RUBRICEREN WP19


SPELLINGSREGEL WP19



FLITSEN WP19

Met een flitsdictee oefen je op een leuke manier je spelling en schrijfvaardigheid!

Hoe werkt een flitsdictee?

  1. Lees het woord goed.
    Kijk naar het woord op het scherm en lees het rustig.

  2. Kijk goed naar de letters.
    Let op hoe het woord geschreven is.

  3. Schrijf het woord op.
    Het woord verdwijnt. Schrijf het woord zelf op een blad.

  4. Controleer of het klopt.
    Het woord komt terug. Controleer of je het goed hebt geschreven.

  5. Oefen verder met nieuwe woorden.
    Herhaal de stappen en leer zo alle woorden goed.


oefenen op bingel

van 27/01/2025 tem 03/02/2025


WERKSCHRIFT TVTA SPELLING 3


online oefenen wp 19