SPELLING WP17

Het spannende avontuur in november

Het was een koude dag in november. Samen met mijn vrienden gingen we op avontuur. We besloten om een hoge heuvel te beklimmen. De weg was moeilijk, en af en toe moesten we even nadenken over hoe we verder moesten gaan. "Pas op, niet naar beneden kijken!" riep een van mijn vrienden. Maar ik kon het niet laten en keek toch... en ik viel bijna achterover van de schrik!

Boven op de heuvel vonden we oude kanonnen. Ze waren groot en roestig. "Wat zouden ze hier vroeger mee hebben gedaan?" vroeg ik. "Misschien hebben ze hiermee het dorp beneden verdedigd," zei mijn vriend terwijl hij voorzichtig een kanon verkende.

Na een tijdje besloten we verder te gaan. We stapten een oude trein in die naast de heuvel stond. Het was een beetje eng, want het leek alsof niemand de trein al jaren had gebruikt. "Laten we uitstappen, ik vind het hier niet fijn," zei ik. Maar de anderen wilden blijven.

Toen we terug in de woonkamer waren, vertelde iedereen wat hij het spannendst vond. "Ik vond de oude kanonnen eng," zei mijn broer. "Maar ik vond het leuk om de letters te lezen op de muur van de trein!" zei mijn vriend.

Later maakte mijn moeder lekkere boterhammen voor ons allemaal. "Wie wil er kaas?" vroeg ze. Iedereen kreeg honger na het avontuur. We praatten over hoe we geen ongelukken hadden gehad en hoe we allemaal iets nieuws hadden geleerd.

"Volgende keer moeten we een ander geheim ontdekken," zei mijn zus terwijl ze de spullen opruimde. "Misschien vinden we weer iets leuks om te ophalen." Iedereen was blij, want het was een geweldig avontuur. We speelden nog een potje voetbal om de dag af te sluiten, en zoals altijd was mijn vriend Sam de winnaar.

Inhoudelijke vragen over de tekst:

In welke maand speelt het verhaal zich af?
Wat vonden de kinderen boven op de heuvel?
Waarom wilden de kinderen niet naar beneden kijken?
Wat maakten ze thuis in de woonkamer?
Wie was de winnaar bij het voetballen?

Raad de woorden uit het woordpakket:

Dit doe je als je naar een hoge plek wilt gaan, bijvoorbeeld een berg.
Dit is een maand waarin het vaak koud en nat is.
Deze dingen werden vroeger gebruikt in gevechten en schieten grote kogels af.
Dit is een ruimte in je huis waar je vaak zit en tv kijkt.
Dit eet je vaak als lunch, met kaas of ham.

SPELLINGSREGEL WP17

flitsen WP17

oefenen op bingel

Met een flitsdictee oefen je op een leuke manier je spelling en schrijfvaardigheid!

Hoe werkt een flitsdictee?

Lees het woord goed.
Kijk naar het woord op het scherm en lees het rustig.
Kijk goed naar de letters.
Let op hoe het woord geschreven is.
Schrijf het woord op.
Het woord verdwijnt. Schrijf het woord zelf op een blad.
Controleer of het klopt.
Het woord komt terug. Controleer of je het goed hebt geschreven.
Oefen verder met nieuwe woorden.
Herhaal de stappen en leer zo alle woorden goed.