HOE IS HET WEER?
Introductieverhaal: Het geheim van het weerhuisje
Het was een gewone ochtend, of dat dacht ik toch. Toen ik wakker werd en uit het raam keek, zag ik grijze wolken aan de hemel. “Het is bewolkt,” mompelde ik, terwijl ik mijn warme sjaal en winterjas aantrok. Buiten voelde ik meteen de koude wind die door de bomen waaide. Brrrrrrrr. Het is koud weer. Gelukkig had ik ook mijn handschoenen bij me.
Ik was op weg naar mijn oma, die aan de rand van het dorp woonde. Ze had een bijzonder weerhuisje in haar tuin, waar ze altijd het weer mee voorspelde. Toen ik halverwege was, begon het ineens te regenen. Het regent! Ik haalde snel mijn paraplu uit mijn rugzak en zette mijn kap op. Anders zou ik helemaal nat worden! Even later hoorde ik iemand roepen: “Kijk uit! Het waait hard!” De wind rukte bijna mijn paraplu uit mijn handen.
Toen ik bij oma aankwam, stond ze al op de veranda te wachten. “Wat een weer!” zei ze lachend. “Je bent net op tijd. Kom snel binnen, straks gaat het misschien nog onweren.” Binnen was het lekker warm. Ik deed mijn jas uit en ging aan de tafel zitten. Terwijl oma warme chocolademelk inschonk, hoorde ik in de verte het eerste gerommel van de donder. Het onweert. Het bliksemt. “Goed dat je nu niet meer buiten bent!” zei oma.
Een paar uur later klaarde de lucht op. De zon begon te schijnen, en het werd meteen warmer. De zon schijnt! Het is warm weer. Ik trok mijn t-shirt aan en ging samen met oma naar buiten. We genoten van het mooie weer en dronken een glas koele limonade in de tuin. “Kijk,” zei oma ineens, “het weerhuisje geeft aan dat het morgen weer gaat veranderen. Misschien gaat het sneeuwen!”
De volgende ochtend was het landschap helemaal wit. Het sneeuwt! Ik deed mijn muts op, wikkelde mijn sjaal om en trok mijn warme laarzen aan. Buiten hoorde ik kinderen lachen en spelen in de sneeuw. Het leek wel een magische winterdag!
Oefening 1: Begrijpend lezen
Lees het verhaal opnieuw en beantwoord de volgende vragen:
- Wat droeg de hoofdpersoon toen het koud was buiten?
- Wat gebruikte de hoofdpersoon toen het begon te regenen?
- Waarom ging de hoofdpersoon snel naar binnen bij oma?
- Wat deden de kinderen buiten toen het sneeuwde?
- Hoe weet oma dat het weer gaat veranderen?
Oefening 2: Vul de zinnen aan
Gebruik de woorden uit het verhaal om de zinnen te vervolledigen:
- Als het regent, gebruik ik een ________.
- Als het sneeuwt, draag ik een muts, een ______ en ______.
- Bij warm weer trek ik een ______ aan en drink ik ______ dranken.
- Als het onweert en ______, blijf ik binnen.
- Als het mistig is, draag ik een ______ om goed zichtbaar te zijn.
Oefening 3: Weerberichten matchen
Hieronder staan vier korte weerberichten. Lees ze goed en zeg dan welk seizoen erbij hoort.
-
Weerbericht 1: De zon schijnt fel, en het is 25 graden. Vergeet je zonnebril niet!
→ Seizoen: ________ -
Weerbericht 2: Het sneeuwt en het is ijskoud. We verwachten een temperatuur van -5 graden.
→ Seizoen: ________ -
Weerbericht 3: Er is veel mist op de weg, en het is moeilijk om ver te zien.
→ Seizoen: ________ -
Weerbericht 4: Het is een regenachtige dag met veel wind. Neem je paraplu mee als je naar buiten gaat!
→ Seizoen: ________
Oefening 4: Welke kledij hoort erbij?
Bekijk de volgende situaties en kies welke kledij je nodig hebt:
-
Het sneeuwt en je wil naar buiten. Wat trek je aan?
-
De zon schijnt fel en je gaat wandelen. Wat trek je aan?
-
Het is mistig en je gaat naar school. Wat trek je aan
Nuttige zinnen over het weer
Het waait.
Het is bewolkt.
Het regent.
Ik gebruik een paraplu.
Ik draag een regenjas.
Ik zet mijn kap op. Anders word ik nat.
Het sneeuwt.
Ik draag een winterjas.
Ik draag een sjaal.
Ik draag warme laarzen.
Het onweert.
Het bliksemt
Ik blijf binnen.
De zon schijnt.
Ik draag zonnenbril.
Het is warm weer.
Ik geniet van het mooie weer.
Ik draag een t-shirt.
Ik drink koele dranken.
Brrrrrrrrrr. Het is koud weer.
Ik draag handschoenen.
Ik draag een muts en een sjaal.
Ik drink warme dranken.
Het is mistig
Ik draag een fluohesje. Dan ben ik goed zichtbaar.
Wat voor weer is het morgen?
Ik kijk naar het weerbericht.
Wauw. Morgen wordt het echt heel goed weer.
WEERBERICHTEN bespreken
Weerbericht 1:
"Goedemiddag! Het is vandaag een zonnige dag met een temperatuur van 25 graden. Er waait een lichte wind, maar het blijft droog. Vergeet je zonnebril niet en smeer je goed in tegen de zon!"
Vragen:
- Bij welk seizoen hoort dit weerbericht?
- Welke kledij moet je dragen?
- Welke activiteiten kun je doen?
Weerbericht 2:
"Hallo allemaal! Vandaag is het bewolkt met af en toe regen. Het is fris, ongeveer 10 graden. Vergeet je regenjas en paraplu niet als je naar buiten gaat!"
Vragen:
- Bij welk seizoen hoort dit weerbericht?
- Welke kledij moet je dragen?
- Welke activiteiten kun je doen?
Weerbericht 3:
"Goedemorgen! Het is koud en er ligt sneeuw op de grond. De temperatuur is min 3 graden. Trek je dikke jas, sjaal, muts en handschoenen aan als je naar buiten gaat!"
Vragen:
- Bij welk seizoen hoort dit weerbericht?
- Welke kledij moet je dragen?
- Welke activiteiten kun je doen?
Weerbericht 4:
"Vandaag is het een frisse, maar droge dag. Er waait een zachte wind en de temperatuur is 15 graden. De zon schijnt af en toe door de wolken. Ideaal voor een wandeling!"
Vragen:
- Bij welk seizoen hoort dit weerbericht?
- Welke kledij moet je dragen?
- Welke activiteiten kun je doen?
Maak jouw eigen website met JouwWeb